zondag 6 mei 2012

De spanning tussen Nederlandse beroepscode en de (inter)nationale praktijk


1.1 Inleiding
Vandaag op vrijdag 27 april 2012 zijn we aan het einde gekomen van de internationaliseringsweek. Deze week heeft mij als persoon maar vooral als aanstaand professional erg geïnspireerd. Alle nieuwe input die ik heb mogen ontvangen, (vooral afkomstig van dhr. H. van Ewijk)  zorgt ervoor dat ik met enthousiasme deze laatste opdracht kan opstellen. Echter wil deze laatste opdracht niet zeggen, dat dit tevens mijn laatste blog zal zijn. In tegendeel zelfs. Het publiceren van blogs en ander interessant studiemateriaal in het kader van het beroep, zal ik zeker blijven plaatsen. Inmiddels ben ik naast sociaal in persoon ook media-sociaal te noemen. Met het oog op alle technologische ontwikkelingen, die nogmaals op maatschappelijk niveau hun intreden doen, worden er wellicht in de toekomst ook media competenties gesteld aan de social workers die terug te vinden zijn in de code van de maatschappelijk werker. Het zou zo maar eens kunnen…

Maargoed, voor nu eerst terug naar de kern van deze opdracht. Inmiddels heb ik, kan ik wel zeggen, na vier jaar opleiding een goede basiskennis van de beroepscode. De code of ethics [1] zoals deze wordt gebruikt in Australië is vanzelfsprekend nieuw voor me. Om tot een goede en complete beschouwing te komen zal ik de volgende onderwerpen behandelen in deze blog: 1. Uitleg over de code van Australië en de significante verschillen met Nederland. 2. Benoemen van de bijkomende spanning door deze relaties. Zowel het eerste als het tweede punt zal ik in één helder verhaal verantwoorden.

1.2  Code of ethics,  Australia
De code of ethics is opgesteld door de social workers vanuit heel Australië en het doel van de code is om zowel informatief als leidend te zijn in de ethische praktijk van de professional. De code richt zich op drie leidende kernwaarden, deze zijn:
1. respect voor personen, 2. sociaal juridisch systeem en 3.  professionele integriteit. Naast deze drie kernwaarden richt de code zich tevens op 4. de ethische praktijk en het nemen van besluiten en tot slot op 5. Ethische praktijk en uitoefening. Op vele professionele ethische vlakken zijn de Nederlandse en de Australische code gelijk te noemen.  Als vertrekpunt wil ik graag artikel 1 vanuit de beroepscode[2] gebruiken: De maatschappelijk werker bevordert het tot zijn recht komen van de cliënt in wisselwerking met zijn omgeving. De maatschappelijk werker draagt actief bij aan een zo groot mogelijke eigen verantwoordelijkheid van de cliënt.  De code of ethics zegt vervolgens hierover het volgende: De maatschappelijk werker stimuleert sociale veranderingen, probleemoplossingen in menselijke relaties en zorgt voor versterking en vergroting van vrijheid en welzijn van de cliënt.  We kunnen zeggen dat zowel de Nederlandse als de Australische basishoudingen zijn dan wel anders geformuleerd, maar met gelijke inhoud.

Echter is wel een belangrijk onderscheid te maken tussen beide codes. De Australische code heeft namelijk een kernwaarde opgenomen voor het waarborgen van het sociaal juridisch systeem, iets wat in de Nederlandse code (nog) ontbreekt. Wellicht is het opstellen van dit  juridisch onderdeel in relatie tot het veeleisende beroep van de social worker, dan ook een zeer goede aanbeveling. Zie hieronder de uitwerking van de code of ethics, gebaseerd op het sociaal juridisch systeem:



1. Promoten van justitiële en sociale gelijkheid, door barrières te reduceren en het doen uitzetten van keuze en potentiemogelijkheid voor alle personen, met speciale zorg voor diegene die beschadigd, kwetsbaar, onderdrukt of uitzonderlijke zorgen nodig hebben
2. Bepleiten van veranderingen in  sociale systemen en structureren inzetten op  ongelijkheden en onrechtvaardigheid
3. Bezwaar tonen en werken aan het elimineren van schending van mensenrechten en bevestigen dat civiele en politieke rechten moeten meegaan met economische, sociale en culturele rechten.
4. Promoten van de bescherming van de natuurlijke leefomgeving die geworteld zijn aan het sociale welzijn
5. Promoten van gemeenschappelijke participatie binnen maatschappelijke processen en beslissingen en in de ontwikkeling en implementatie van sociale politici en diensten.

2.1  Krititsche blik op ‘empowerment’
Zoals Herman de Mönnink tijdens zijn presentatie op dinsdag 24 april jl. benoemde is het Nederlands maatschappelijk werk erg gericht op het begrip Empowerment. Als ik dit woord letterlijk vertaal dan betekent dit: [3]“Het gebruik maken en ontwikkelen van zijn capaciteiten om in economisch, sociaal en politiek opzicht actief meer gestalte te geven aan zijn eigen leven en dat van de gemeenschap waarvan men deel uitmaakt.” De Mönnink kijkt meer op sociaal niveau hij vertelde letterlijk tijdens de presentatie dat je samen met de cliënt moet werken aan de problemen. Deze opmerking van de Mönnink sluit nauw aan bij de basishouding van de social worker in Australië, aldus mijn respondent. Wat eerder is gebleken uit opdracht 1, werd hier verteld dat de Australische social workers vrij conservatief zijn ingesteld en dat zij de problemen van de cliënten, vaak uit handen nemen. Dit zou een logische verklaring kunnen geven voor de terugval en motivatieproblematiek  die mijn respondent heeft opgemerkt in het algemeen maatschappelijk werk in Australië (Sydney)

Om terug te komen op de uitspraak van van dhr. H. de Mönnink, ben ik van mening dat zijn visie op het begrip empowerment  ten nadele is voor zowel de definitie van het begrip als uiteindelijk voor de cliënt. Empowerment moet in mijn ogen ‘gedragen worden’ door de cliënt, waarin hij ondersteund wordt door de professional. Er dient gemotiveerd naar probleemoplossing te worden gewerkt, waarin de cliënt de grootste variabele factor is die de professional nodig heeft om de balans op te bouwen.

NB. Tot slot kreeg ik tijdens mijn presentatie van een docent te horen dat er tevens in Australië een Gereedschapskist in omloop zou zijn. De docenten proberen deze versie naar Nederland te halen om een vergelijking tussen de twee versies te maken. Dit zou betekenen dat de aanname die mijn respondent deed in relatie tot de houding die de Mönnink aanneemt met betrekking tot empowerment, zou kunnen kloppen. De vraag die hierop volgt is dan de volgende: Welke versie is van welke afgeleid? Wie was er eerder Nederland of Australië?


2.2 Krititsche vergelijking tussen Nederlands maatschappelijk werk en Australisch maatschappelijk werk
Stel dat ik een Australische social worker zou zijn geweest die graag in Nederland wil werken, dan zou ik (naast de inburgeringvereisten) vrij gemakkelijk aan de slag kunnen in Nederland. Ik hoef mij niet verplicht aan te sluiten bij de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk werkers en indien ik dit wel doe , dan hoef ik hier niet voor te betalen. Tevens hoef ik mijn social work diploma niet te laten valideren. Kortom ik ben afhankelijk van de organisatie waarin ik terecht kom, in hoeverre ik mijzelf moet legitimeren als bekwaam uitoefenend beroepsprofessional.

Echter indien ik als Nederlandse naar Australië zou willen vertrekken zijn de rollen gedeeltelijk omgedraaid. De inburgeringvereisten zijn grotendeels gelijk aan die van Nederland. In Australië zijn ze echter wel wat scherper. Vervolgens is de Engelse versie van mijn diploma als maatschappelijk werkster niet voldoende. Ik dien mij aan te sluiten bij de AASW: the Australian college of social work. Deze vereniging waarbij enkel maatschappelijk werkers over heel Australië zijn aangesloten is de professionele vertegenwoordiging van het social work in Australië, met meer dan 6700 leden op nationaal niveau.  De AASW is een naamloze vennootschap, die wordt gedragen door de grondwet!  Zij zullen bepalen of ik als social worker toe kan treden tot de Australische keten van social work. Ik vind persoonlijk de wijze waarop Australië het beroep van social work positioneert erg professioneel. In Nederland wordt het beroep van de maatschappelijk werker veelal ondergeschikt gemaakt aan de specialist zoals: psychologen, psychiaters en gedragsdeskundigen, terwijl samenwerking met ons, de social workers vereist is om überhaupt tot het specialisme te komen.  Mede door nogmaals, de betere positionering van het beroep denk ik dat je in Australië je beter beschermd voelt als professional en je hierdoor met meer toewijding je vak zult uit kunnen oefenen. Zeker de sociaal juridische kant die de code of ethics oplegt aan haar professionals vind ik een zeer goede ontwikkeling.  Het beroep van de maatschappelijk werker anno 2012 is zowel zeer complex en divers van omvang. Dit gegeven vraagt om veiligheid om zo als professional een vernieuwde discretionaire ruimte te kunnen ontwikkelen.

Literatuur:

[1] Website  The Australian College of Social work (2012). Beschikbaar http://www.aasw.asn.au/audience/students Geraadpleegd op 26 april 2012
2 Janssen, Jan H.G. (2007) De nieuwe code gedecodeerd. Baarn: HBuitgevers. P. 190
3
Website: via http://www.encyclo.nl/begrip/empowerment Geraadpleegd op 27 april 2012